Contact maken en onderhouden

Contact maken en onderhouden

Verbaal - Lage stress

Activerende werkvorm om het het belang van (non)verbale interventies te ervaren in contact met clienten met onbegrepen gedrag.

Doelstelling

De deelnemers ervaren welke verbale interventies belangrijk zijn in het maken van contact als de gene met wie ze contact proberen te maken verward of gespannen is. 

 

Stress factoren

De deelnemers worden voor deze oefening om de beurt geblinddoekt. Dit kan voor sommige deelnemers spannender zijn dan voor anderen.

Materiaal

Blinddoeken

Instructie cursisten
  • Maak groepjes van twee.
  • De ene noemen we de blinde en de ander de begeleider.
  • De blinde doet een blinddoek op.

De werkvorm bestaat daarna uit meerdere onderdelen en instructies.

 

Instructie 1:

Begeleiders begeleid je blinde op een veilige manier door deze ruimte: Start!

Je geeft geen instructies over hoe ze de blinden moeten begeleiden, maar observeert juist welke keuze hier in worden gemaakt.

  • Na een paar minuten zeg je stop.
  • Vraag de blinden om hun blinddoek af te toen.
  • Vraag per tweetal hoe het is gegaan.

Stel concrete vragen zoals; Hoe ben je begeleid, hadden jullie dit overlegd / afgestemd of gebeurde het gewoon? voelde je je veilig? Wat heeft je begeleider gedaan om je je veilig te laten voelen.

 

Na dat je hier even aandacht voor hebt gehad, vraag je de deelnemers om te wisselen van blinddoek.

 

Instructie 2:

Begeleid je blinden op een veilige manier door de ruimte zonder fysiek contact: Start!

  • Observeer weer wat er gebeurt.
  • Na een paar minuten zet je iedereen weer stil
  • Vraag de blinddoeken af te doen
  • Vraag wat nu extra belangrijk was in het begeleiden van de blinde.

Soms stel je een vraag aan een blinde over wat die nodig had in de begeleiding, en soms vraag je de begeleider wat die heeft toe gepast.

 

Het gaat er dan om dat het duidelijk wordt voor iedereen, dat afstemmen en aansluiten bij de behoefte van de blinde belangrijk is in contact en ook dat het belangrijk is om kort en duidelijk te zijn in je instructies. Dat een rustige betrouwbare stem kan helpen.

Complimenten stellen, gerust stellen, behoeftes benoemen enz.

Instructie 3:

Wissel van blinddoek en begeleid je blinde door de ruimte. Je mag zelf weten hoe: Start!

  • Na een minuut zet je de deelnemers weer stil.
  • Houdt de blinddoeken op!
  • Begeleiders laat de blinde achter en zoek een andere plek in de ruimte.

Geeft dan de instructie aan de begeleiders om de blinden binnen 30 seconde op een veilige manier bij zich te krijgen zonder zelf te verplaatsen.

 

Daarna bespreek je weer na. Op welke wijze spelen het noemen van iemands naam, stemherkenning, lawaai, chaos en de tijdsdruk een rol?

 

Instructie 4:

Wissel van blinddoek. Zet de blinden ergens in de ruimte en laat je blinde achter en zoek zelf een andere plek op in de ruimte.

Vervolgens ga je zonder dat de blinden het door hebben de begeleiders aan een andere blinde  koppelen. Dus de blinde krijgen zonder dat ze het weten een nieuwe begeleider.

Daarna geef je weer de instructie dat ze 30 seconden hebben om hun blinde op een veilige manier bij zich te krijgen zonder zelf te verplaatsen: Start!

 

Dit bespreek je daarna weer na. Wat wordt er belangrijk als een herkenbare stem of een vertrouwd persoon weg valt. Hoe win je iemands vertrouwen? Transparant zijn. Wie heeft er gezegd dat er nieuwe  koppels zijn gemaakt? Enz.

 

Instructie 5: Voeg desoriëntatie doe. Pak een blinde bij de hand en desoriënteer de blinde voor je hem achter laat. Zet de begeleider ver van de blinde vandaan en zet spullen in de ruimte. (zeg niet dat je spullen in de ruimte zet, en doe dit zo zachtjes mogelijke)

 

Instructie 6: Laat de begeleiders zelf hun blinder desoriënteren en in de ruimte achter laten.

Zet onder tussen meer spullen in de ruimte.

Als je vervolgens weer de instructie geeft om de blinde veilig bij de begeleiders te krijgen, ga je tijdens het uitvoeren hier van herrie maken. Je kunt bv een radio aan zetten.

Je gaat in de oor van de blinde fluisteren dat ze naar de verkeerde luisteren of dat ze de oefening verkeerd uitvoeren, dat ze ook niks goeds kunnen. Enz.

 

Hierdoor creëer je chaos en krijgen de deelnemers een kleine inkijk in het hoofd van iemand met een psychose.

Instructie acteur

n.v.t.

Didaktische aandachtspunten

Tijdens het uitvoeren van de instructies observeer je goed wat de deelnemers doen.

Je vraagt eerste zelf wat ze hebben ervaren en vult dit eventueel aan met je eigen observatie. Zorg dat het nabespreken tussendoor niet te lang duurt. Als niet alles is gezegd, is dat niet erg. De oefening bouwt zich steeds wat meer uit en aan het eind vat je alles samen.  De volgende punten worden dan benadrukt in het belang van contact maken en onderhouden met iemand die verward is en/of stress ervaart.

 

Je kunt dit bijvoorbeeld samen met de deelnemers inventariseren op de flip over:

 

  • Naam noemen en blijven noemen
  • Rustige duidelijke stem
  • Duidelijke en korte instructies
  • Afstemmen naar de behoeften van de “Blinde”
  • Transparant zijn in wat er gebeurd
  • Aanmoedigen en geruststellen
Begin situatie

Het is een activerende werkvorm die gaat over contact maken. Je kunt 'm wat later in je programma inzetten omdat het ook een energizende werking heeft.