Deze werkvorm kan door trainer of acteur gegeven worden.
Cursisten kunnen op aangeven van acteur een ja-vangen
Kunnen inhoudelijk en op betrekkingsniveau een samenvatting geven
Er zijn 2 rondes.
In de eerste ronde krijg je een neutrale vraag/opmerking. Iedereen krijgt random een vraag/opmerking.
Neem de tijd om de vraag/opmerking zodanig samen te vatten zodat de trainer/acteur dit bevestigd met een: JA.
Bijvoorbeeld: hoe laat gaat de trein? Reactie: je wilt weten hoe laat de trein gaat. Antwoord: JA.
In de 2 ronde krijg je een vraag/opmerking waarin ook een emotie verwerkt is. Probeer een samenvatting te geven waarin ook de emotie verwerkt is.
Bijvoorbeeld: Ik ga morgen eindelijk op vakantie. Je hebt zin om lekker weg te gaan? Reactie: JA.
Ronde 1.
Bereid 8-10 neutrale vragen/opmerkingen voor die je aan de cursisten kunt geven.
Bijvoorbeeld:
Hoe laat gaat de trein?
De meest eNederlanders gaan op vakantie binnen Nederland.
Ronde 2.
Bereid 8-10 vragen/opmerkingen voor waarin je emotie verwerkt en communiceert. ( bang, boos, blij, bedroefd)
Bijvoorbeeld:
Bij mij moet je niet met spinnen aankomen.
Feyenoord heeft gisteren verdomme weer verloren.
Ik ga morgen eindelijk op vakantie.
Mijn 20 jaar oude kat is gisteren gestorven.
Mocht een cursist er niet uitkomen, kan je beurt doorgeven aan mede-cursist.